Loading...
 

Lucas 17, 7-10

Lucas 17, 7-10: Doen wat men moet doen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1655)

Stel dat je een slaaf hebt. Hij werkt op het land en hij past op je schapen. Als hij ’s avonds thuiskomt, zeg je niet tegen hem: ‘Ga lekker zitten, het eten staat klaar!’ Nee, je zegt tegen hem: ‘Doe een schort voor, maak mijn eten klaar en breng het mij. Als ik klaar ben, dan kun jij eten.’ Niemand bedankt zijn slaaf omdat die zijn werk doet.
Voor jullie geldt hetzelfde. Als jullie alles hebben gedaan wat God van je vraagt, zeg dan: ‘Wij zijn maar eenvoudige slaven. We doen gewoon ons werk.’’



Dichter bij de tijd

(Naar: C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Lucas 17, 5-10)

Jezus zei: Veronderstel even
dat iemand van jullie een knecht heeft,
die ploegt of voor de dieren zorgt.
Als hij thuis komt van het land,
zul je hem dan vragen: ‘Kom maar vlug eten?’
Natuurlijk niet!
Je zult zeggen: ‘Maak mijn eten klaar,
en kom me bedienen.
En als ik met eten en drinken klaar ben,
dan kun jij gaan eten en drinken’.
Bedankt je dan een knecht
omdat hij deed wat je hem vroeg?
Ik denk van niet!

Dat moeten ook jullie zeggen,
als je alles hebt gedaan wat je werd gevraagd:
‘Wij zijn maar knechten;
we hebben gedaan wat we moesten doen’.



Stilstaan bij ...

Knecht / dienaar
Ten tijde van Jezus was een knecht / dienaar ofwel een slaaf ofwel een ingehuurde arbeider, die voor zijn werk betaald werd. Meestal deden die dienst in de huizen van de rijken of aan het hof.





Bij de tekst

Waar het in deze tekst om gaat

Doen wat je moet doen is nog maar normaal
Geloven is niet iets is waar je moet over pochen, het is iets wat je gewoon doet.





Suggesties

Kleine kinderen

VERDIEPEN

Jezus wast de voeten van zijn leerlingen

Vertel in eigen woorden het verhaal van Jezus die de voeten waste van zijn leerlingen (dit was niet iets waarover hij pochte - Hij vond dit nog maar normaal):

Als Jezus met zijn vrienden aan tafel is om te feesten,
staat Hij ineens op.
Hij trekt zijn bovenkleren uit,
neemt een doek en bindt die om zijn middel als een schort.
Hij giet water in een kom
en begint de voeten van zijn leerlingen te wassen.
Daarna droogt Hij ze af met de doek
die Hij om zijn middel heeft gebonden.
Hij komt bij Petrus.
- Jezus wil Jij mijn voeten wassen?
Dat is toch je werk niet!
- Toch wel, Petrus. Later zul je Me wel verstaan.
- Nooit of nooit zul Jij mijn voeten wassen!
- Petrus, als jij je voeten niet door Mij laat wassen,
ben je mijn vriend niet meer.
- Jezus, was dan niet alleen mijn voeten,
maar ook mijn handen en hoofd.
- Als je een bad hebt genomen, is dat niet nodig.
Maar laat maar je voeten wassen, want de wegen zijn stoffig.

Als Jezus de voeten van al zijn leerlingen gewassen heeft,
trekt Hij zijn bovenkleren weer aan en gaat terug aan tafel.
- Beste vrienden, Ik heb jullie een voorbeeld gegeven.
Jullie moeten doen zoals Ik gedaan heb.
Jullie moeten elkaars dienaar zijn
en ook eenvoudige dingen doen voor elkaar.


- Zoek hoe je eenvoudige dingen voor een ander kunt doen.
- Zoek hieruit één punt uit waar je de volgende week zelf veel aandacht wilt aan besteden.




Grote kinderen

VERTELLEN

De rekening

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007)

Een jongen moest steeds maar karweitjes opknappen thuis.
Op een dag dacht hij:
‘Ik schrijf een rekening voor mijn moeder’

REKENING
- voor het halen van een brood: ......................
- om brieven naar de post brengen: ......................
- voor andere boodschappen: ......................
- voor hulp bij het afwassen: ......................

Achter elke regel schreef hij de som geld
die hij ervoor wilde hebben.
Toen legde hij die rekening op tafel
naast het bord van zijn moeder.
Zijn moeder zei niets.

’s Avonds vond de jongen het geld bij zijn bord.
Maar naast het geld
had zijn moeder er ook een rekening bij gelegd:

REKENING
Al elf jaar lang:
- voor al het eten dat je kreeg: .......0..euro.......
- voor de verzorging toen je ziek was: .......0..euro.......
- voor de hulp bij het huiswerk: .......0..euro.......
- voor het wassen van je kleren: .......0..euro.......
- voor de troost als je verdrietig was: .......0..euro.......

De jongen werd stil toen hij de rekening las.
Hij gaf het geld stilletjes aan zijn moeder terug.